Ga verder naar de inhoud

Eenmaal suïcidaliteit gedetecteerd en in kaart gebracht is, dien je specifieke interventies voor het opvolgen en behandelen van suïcidaliteit op te starten.

In de praktijk zal de behandeling van suïcidaliteit vaak naast of binnen de behandeling van andere psychische stoornissen voorkomen. Voor het aanpakken van suïcidale klachten is de standaardbehandeling van psychische stoornissen echter vaak niet voldoende en zijn aanvullende interventies specifiek gericht op suïcidale gedachten en gedrag nodig.

Onderstaande beschrijving van interventies blijft beperkt tot interventies waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat ze effectief zijn in het reduceren van suïcidale gedachten en/of gedrag.

In dit onderdeel ontdek je meer over:

  • Behandelplan en behandelsetting
  • Safety Planning
  • Neurobiologische interventies
  • Psychotherapeutische interventies
  • Zelfhulp tools
  • Aanbevelingen

Behandelplan en behandelsetting

Het is belangrijk in het behandelplan aandacht te hebben voor suïcidaliteit. Neem er dus zeker de huidige suïcidale intentie (+ historiek), de zorgnoden, de behandelsetting en de geplande interventies in op. Omschrijf ook hoe naasten worden betrokken.

Opname

Wanneer men een opname overweegt, is het essentieel om de voordelen af te wegen tegen de nadelen, in dialoog met de betrokkene en eventuele naasten.

  • Enerzijds is een opname geen garantie dat het suïciderisico zal afnemen of dat de persoon niet zal overlijden door suïcide. Wanneer niet geïndiceerd kan een opname bovendien stigmatiserend werken of afhankelijkheid van hulpverlening creëren.
  • Anderzijds kan een opname wel tijdelijk rust bieden en de mogelijkheid om intensief te werken aan onderliggende psychische problemen, risicofactoren en beschermende factoren binnen een gestructureerde, veilige omgeving.

Houd bij een vraag naar opname zeker rekening met volgende factoren:

  1. De ernst van de suïcidale gedachten en plannen
  2. De aanwezigheid van een ernstige psychische of fysische problematiek en zorgbehoeften
  3. Persoonskenmerken (bv. impulsiviteit, agitatie, oordeelsvermogen, autonomie, houding t.o.v. hulpverlening)
  4. Beschikbaarheid en draagkracht van het steunsysteem

Soms weigert de persoon opname of zijn er geen opnameplaatsen beschikbaar. In die situaties zijn alternatieven, follow-up en continuïteit van zorg van extra belang. Mogelijke alternatieven voor opname zijn het voorzien van ambulante hulp, inschakelen van een mobiel crisisteam of aanbieden van psychiatrische thuiszorg. Bovendien kunnen naasten – indien hun draagkracht het toelaat - betrokken worden om de veiligheid in de thuisomgeving te verhogen (bv. goed opbergen van medicatie of andere middelen) en extra nabijheid te bieden. Een goede ondersteuning van de naasten en erkenning van de emotionele belasting voor hen is hierbij echter cruciaal.

Safety Planning

Het opstellen en opvolgen van een Safety Plan (ook wel veiligheidsplan, crisisplan of signaleringsplan genoemd) wordt wereldwijd als een best practice gezien in suïcidepreventie. Recent onderzoek toonde aan dat Safety Planning interventies kunnen zorgen voor een reductie in suïcidaal gedrag.

Een Safety Plan is een plan dat de hulpverlener samen met de persoon kan opstellen. Het Safety Plan is gebaseerd op cognitief gedragstherapeutische technieken en helpt de persoon om in zeven stappen een suïcidaal proces te herkennen en een mogelijke crisis het hoofd te bieden:

  1. Dit geeft aan dat ik het moeilijk krijg:
    Ga samen na welke waarschuwingssignalen aan een crisis kunnen voorafgaan. Het is belangrijk dat de persoon de signalen zelf leert herkennen.
  2. Dit kan ik zelf doen als ik het moeilijk krijg:
    Bekijk wat de persoon zelf kan doen om met een slecht gevoel of negatieve gedachten om te gaan en rustiger te worden.
  3. Dit kan ik met anderen doen als ik het moeilijk krijg:
    Ga samen na bij wie of waar de persoon afleiding kan vinden als de eigen coping strategieën niet werken.
  4. Met deze personen kan ik praten over mijn zelfmoordgedachten:
    Bespreek bij wie de persoon zich veilig voelt om te praten over de zelfmoordgedachten (vrienden, familie, een leerkracht, ...)
  5. Hier vind ik professionele hulp:
    Bespreek bij welke professionele hulpverleners de persoon terecht kan voor ondersteuning tijdens een crisis.
  6. Zo maak ik mijn omgeving veilig:
    Maak afspraken over hoe de omgeving veilig kan gemaakt worden vóór der persoon in crisis is.
  7. Dit helpt mij volhouden:
    Ga na welke dingen of mensen de persoon een doel of betekenis geven aan hun leven.

Er liggen verschillende mechanismen aan de basis van de werkzaamheid van een Safety Plan. Zo biedt het afleiding van suïcidale gedachten, verhoogt het het gevoel van verbinding met anderen en geeft het de persoon een sterker gevoel van autonomie en bekwaamheid.

Tips

  • Voorzie een kopie van het Safety Plan in het patiëntendossier.
  • Neem het Safety Plan af en toe terug bij de hand. Evalueer het en stuur het bij telkens de omstandigheden van de persoon (bv. persoonlijke relaties) veranderen doorheen de tijd of na een crisis.
  • Als het Safety Plan niet kan worden gebruikt, zorg dan dat de verschillende werkingsmechanismen op een andere manier verzekerd worden: bespreek minstens op welke manier de persoon kan omgaan met intense suïcidegedachten en welke zaken de persoon op die momenten kan doen om rust en afleiding, steun en hulp te vinden.

Neurobiologische interventies

Gezien de sterke link tussen suïcidaliteit en psychiatrische problematieken kunnen neurobiologische interventies (waaronder psychofarmaca en neurostimulatie), die bedoeld zijn voor de behandeling van deze stoornissen ook bijdragen aan de behandeling van suïcidaliteit.

De beslissing om te starten met een neurobiologische interventie moet altijd zorgvuldig worden overwogen.

Aangezien medicatie gebruikt kan worden als middel tot zelfdoding is het essentieel dat er met de persoon en de omgeving duidelijke afspraken worden gemaakt over medicatiebeheer en medicatie-inname, zeker wanneer er sprake is van acute suïcidaliteit.

Voor de behandeling van suïcidaal gedrag zijn (onder bepaalde voorwaarden en bij bepaalde doelgroepen) volgende neurobiologische interventies werkzaam gebleken:

  • Medicatie: antidepressiva, clozapine en lithium.
    Ketamine en esketamine lijken veelbelovend als acute behandeling voor suïcidale gedachten en een depressieve stoornis in urgente situaties. Maar meer onderzoek is nodig om het gebruik van deze middelen om het suïciderisico te beperken te kunnen aanbevelen in de praktijk.
  • Neurostimulatie: elektroconvulsietherapie en repetitieve transcraniële magnetische stimulatie

Ook na behandeling met neurobiologische interventies is het belangrijk om alert te blijven op terugval in suïcidaal gedrag, vooral tijdens zorgtransities zoals na een opname of bij overgang van residentiële naar ambulante behandeling.

Psychotherapeutische interventies

Steeds meer wetenschappelijke studies wijzen uit dat psychotherapeutische interventies kunnen helpen bij het omgaan met suïcidale gedachten en het voorkomen van suïcidaal gedrag.

Een aspect van psychotherapie dat recent meer aandacht heeft gekregen in de wetenschappelijke literatuur is de link tussen suïcidaliteit en de therapeutische relatie.

Een robuuste therapeutische relatie die al vroeg tot stand wordt gebracht, wordt gelinkt aan verminderde suïcidale gedachten en suïcidepogingen en dit ongeacht de therapeutische strekking.

Volgende interventies toonden in onderzoek reeds goede resultaten in de preventie van zelfbeschadigend gedrag en/of suïcidepogingen bij volwassenen:

  • Cognitieve (gedrags)therapie
  • Dialectische gedragstherapie
  • Probleemoplossingtherapie of oplossingsgerichte therapie
  • Suïcide-specifieke op mindfulness gebaseerde cognitieve training (MBCT-S) en Toekomstgerichte Training.

Zelfhulp tools

Het VLESP ontwikkelde enkele online zelfhulp tools voor personen met zelfmoordgedachten. Deze tools kunnen samen met de betrokkene gebruikt worden tijdens de therapie en/of daarbuiten. Ze zijn geen op zichzelf staande behandelingen, maar kunnen gebruikt worden als hulpmiddel om de persoon te leren omgaan met suïcidale gedachten.

Think Life is een online zelfhulpcursus die helpt om beter om te gaan met zelfmoordgedachten. Van deze cursus is ook een offline versie beschikbaar.

BackUp is een mobiele applicatie die houvast wil bieden bij zelfmoordgedachten. De app bevat verschillende tools die je kunnen helpen een crisis te overbruggen of een volgende crisis te voorkomen. Ook als je er wil zijn voor iemand anders, kan je met BackUp aan de slag gaan.

Aanbevelingen

  • Het is aan te bevelen om samen met de betrokkene een Safety Plan op te stellen. Als het Safety Plan niet kan worden gebruikt, zorg dan dat de verschillende werkingsmechanismen op een andere manier verzekerd worden. Voorzie een kopie van het Safety Plan in het patiëntendossier.
  • Overweeg bij incidaties voor opname zorgvuldig de voor- en nadelen en zie opname enkel als een noodzakelijk middel om een crisis te overbruggen en iemand tijdelijk te beschermen.
  • Het is aan te bevelen om onder bepaalde voorwaarden de volgende neurobiologische interventies aan te bieden aan suïcidale personen: antidepressiva, clozapine, lithium, elektroconvulsietherapie en repetitieve transcraniële magnetische stimulatie.
  • Het is aan te bevelen bij de behandeling van volwassen personen met suïcidaal gedrag in te zetten op het ontwikkelen van een sterke therapeutische relatie. Overweeg ook de mogelijkheden tot psychotherapeutische interventies, met name cognitieve (gedrags)therapie, dialectische gedragstherapie, probleemoplossingtherapie of oplossingsgerichte therapie, MBCT-S en toekomstgerichte training.
  • Zelfhulp tools kunnen een goed vertrekpunt, hulpmiddel of nuttige aanvulling vormen in de begeleiding van suïcidale personen.