Ga verder naar de inhoud

Definiëring beroepsgeheim

Het beroepsgeheim geldt bij alle vormen van hulpverlening (bv. face-to-face, online, individueel, in groep, anoniem, …) en geldt ten opzichte van iedereen, inclusief familieleden van de patiënt. In sommige gevallen is uitwisseling van informatie tussen hulpverleners echter in het belang van de patiënt. Daarom werden in de rechtspraak en rechtsleer de conceptengezamenlijk en gedeeld beroepsgeheim ontwikkeld:

Het gezamenlijk beroepsgeheim geldt tussen hulpverleners binnen hetzelfde team. Het gedeeld beroepsgeheim is het beroepsgeheim dat gedeeld wordt met externe hulpverleners.

Beroepsgeheim

Doorbreken van het beroepsgeheim

Je mag het beroepsgeheim enkel doorbreken in gevallen waarbij de wet toestaat of verplicht geheimen bekend te maken, bijvoorbeeld bij een noodtoestand. Of een situatie voldoet aan de voorwaarden van een noodtoestand, is een afweging die je als hulpverlener zelf moet maken. Je kan er vanuit gaan dat een acute zelfmoorddreiging waarbij je zelf onvoldoende hulp kan bieden beschouwd kan worden als een noodtoestand. In dat geval is het dus toegestaan dat je je beroepsgeheim doorbreekt, op voorwaarde dat je eerst geprobeerd hebt om met behulp van anderen (bv. het team of een andere hulpverlener) de integriteit van de patiënt te vrijwaren.

Beroepsgeheim na suïcide(poging)

Ook na een suïcide(poging) van een patiënt heb je als hulpverlener beroepsgeheim, zowel ten opzichte van familieleden als ten opzichte van medepatiënten, medehulpverleners en andere betrokkenen. Vaak heeft de omgeving echter nood aan informatie of doen er al geruchten de ronde over de gebeurtenis. Foutieve geruchten worden best ontkracht, niemand heeft baat bij foutieve informatie en wanneer je geen details geeft over de werkelijke feiten schend je het beroepsgeheim hiermee niet. Wanneer het duidelijk is dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van wat er gebeurd is, hoef je dit ook niet te ontkennen.

Minderjarigen

Het beroepsgeheim geldt ten aanzien van iedereen, ongeacht de leeftijd of bekwaamheid van de patiënt. Hulpverleners hebben dus ook beroepsgeheim ten aanzien van minderjarige patiënten en hun ouders. Ouders hebben vanuit hun ouderlijk gezag echter het recht om fundamentele opvoedingsbeslissingen te nemen over hun minderjarige kinderen. Zij hebben dan ook nood aan, en recht op informatie over hun kinderen om goede beslissingen te kunnen nemen. Wanneer het gaat om informatie die gedekt wordt door het beroepsgeheim, zal de hulpverlener steeds zorgvuldig moeten afwegen welke informatie ouders precies nodig hebben. Ook bij minderjarigen geldt de uitzondering van de noodtoestand. Wanneer de fysieke of psychische integriteit van de minderjarige gevaar loopt, kan een hulpverlener ervoor kiezen om zijn of haar beroepsgeheim te doorbreken om dit gevaar te doen wijken.

Aansprakelijkheid

Juridisch kan men zowel strafrechtelijk als burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden na een suïcide van een patiënt. Beide vormen van aansprakelijkheid kunnen leiden tot een schadevergoeding.

Strafrechtelijk: onopzettelijk doden/toebrengen van lichamelijk letsel

Bij een suïcide van een patiënt kan dit misdrijf slechts uiterst zelden ten laste worden gelegd aan de hulpverlener omdat het gedrag van de hulpverlener zelden als de oorzaak van de zelfdoding kan weerhouden worden.

Strafrechtelijk: schuldig verzuim

Elke burger is op basis van de wettelijke hulpverleningsplicht verplicht om hulp te bieden aan iemand die in groot gevaar verkeert, op voorwaarde dat hijzelf of anderen hierbij geen ernstig gevaar lopen en men zich bewust is van de gevaarstoestand.

Bij hulpverlening aan suïcidale patiënten is de beoordeling van het reële gevaar vaak moeilijk. Daarom is het van belang dat er afspraken gemaakt worden over hoe gehandeld dient te worden in crisissituaties, met wie overlegd dient te worden en dat er opgetekend wordt hoe men tot een bepaalde beslissing gekomen is en hoe hierbij de nodige veiligheden ingebouwd zijn. De hulpverlener kan echter geen schuldig verzuim ten laste gelegd worden wanneer die wel hulp verleend heeft, maar deze niet doeltreffend bleek te zijn of de zelfdoding niet heeft kunnen voorkomen.

Burgerrechtelijk

Hier geldt dat de werkgever aansprakelijk is en de schade vergoedt, tenzij het zou gaan om bedrog of een fout van de werknemer.

Tuchtrecht

Daarnaast vallen erkende artsen en psychologen ook onder het Tuchtrecht van respectievelijk de Orde der artsen en de Psychologencommissie. Zij dienen dus ook rekening te houden met hun deontologische verplichtingen.

Patiëntenrechten

De patiënt heeft het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de hulpverlener en heeft het recht om een tussenkomst te weigeren of in te trekken. Dit geldt ook voor levensnoodzakelijke tussenkomsten.

Wanneer in een spoedgeval de patiënt zijn of haar wil niet kan uiten of niet bekwaam geacht wordt om zijn of haar wil te uiten, bv. bij bewusteloosheid of intoxicatie, en wanneer er geen duidelijkheid bestaat over het al dan niet aanwezig zijn van de toestemming, kan de hulpverlener wel de noodzakelijke tussenkomsten verrichten in het belang van de gezondheid van de patiënt. Zodra een geïnformeerde toestemming van de patiënt opnieuw mogelijk is, dient deze echter opnieuw gerespecteerd te worden.

Minderjarigen

De minderjarige patiënt dient steeds betrokken te worden, rekening houdend met zijn of haar leeftijd en maturiteit. Wanneer een minderjarige patiënt door de hulpverlener wilsbekwaam wordt geacht voor het uitoefenen van zijn of haar patiëntenrechten, kan hij of zij dat doen zonder dat de ouders hierin gehoord moeten worden. In het geval van een wilsonbekwame minderjarige patiënt zullen de ouders vanuit hun ouderlijk gezag in de plaats van hun kind dienen toe te stemmen met de tussenkomst van de hulpverlener. Ook wilsonbekwame minderjarige patiënten moeten echter betrokken worden bij de beslissingen met betrekking tot hun gezondheidszorg.

Patiëntendossier

Elke patiënt heeft recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier. De patiënt kan ten allen tijde inzage vragen in het medisch dossier. De patiënt kan een vertrouwenspersoon aanduiden om hem of haar bij te staan of het dossier in zijn of haar plaats in te zien. Ouders van wilsbekwame minderjarige patiënten hebben slechts toegang tot het patiëntendossier van hun kind wanneer ze expliciet als vertrouwenspersoon zijn aangeduid door de patiënt. Na overlijden van een patiënt hebben de echtgeno(o)t(e), de (wettelijk samenwonende) partner en bloedverwanten tot en met de tweede graad het recht om het dossier te laten inkijken door een door hen aangeduide arts.

Beschermende maatregelen

Dwanginterventie

Onder dwanginterventies verstaan we alle beslissingen of handelingen vanwege een hulpverlener die een individu beperken in zijn vrijheid, bewegingsruimte of onafhankelijk beslissingsrecht. Dit om een einde te stellen aan gevaarlijk gedrag voor zichzelf of anderen.

Dwanginterventies moeten maximaal voorkomen worden en kunnen alleen uitzonderlijk en kortdurend gebruikt worden als beschermingsmaatregel en laatste redmiddel bij ilsonbekwaamheid, gevaar en ontbreken van enige alternatieve maatregel. Een dagelijkse evaluatie van de toestand van de patiënt en de noodzaak van de genomen maatregelen is noodzakelijk. De atiënt en/of diens vertegenwoordiger dienen maximaal betrokken en geïnformeerd te worden. Alle genomen maatregelen dienen neergeschreven te worden in het patiëntendossier.

Verhoogd toezicht

Onder verhoogd toezicht verstaan we het intensifiëren van het toezicht van de patiënt omwille van diens veiligheid. Bijvoorbeeld door de patiënt een kamer dicht bij de verpleegpost te geven, de deur open te laten, frequent langs te komen bij de patiënt of een bewakingscamera te plaatsen.

Afzondering

Afzondering houdt in dat de patiënt in zijn of haar eigen kamer of een daartoe ingerichte kamer wordt ondergebracht, met als doel te voorkomen dat hij of zij zichzelf of anderen lichamelijk letsel zou toebrengen.

Meer advies over de preventie en toepassing van afzondering en fixatie in de residentiële geestelijke gezondheidszorg voor volwassenen vind je in deze richtlijn van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2022).

Gedwongen opname

De beslissing tot een gedwongen opname ligt bij de rechterlijke macht. Hiervoor moet aan drie voorwaarden voldaan worden:

  • De patiënt moet lijden aan een psychiatrische aandoening
  • De toestand van de persoon dient de maatregel te vereisen, ofwel omdat hij zijn gezondheid en zijn veiligheid ernstig in gevaar brengt, ofwel omdat hij een ernstige bedreiging vormt voor andermans leven of integriteit
  • Er mag geen andere geschikte behandeling mogelijk zijn

Een gedwongen opname kan via de normale procedure of de spoedprocedure opgestart worden en mag niet langer dan veertig dagen duren.

Hulp bij zelfdoding en euthanasie

Onder euthanasie begrijpt men het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek. Voor hulp bij zelfdoding geldt dezelfde definitie, met het verschil dat de patiënt zelf het euthanaticum inneemt.

Hulp bij zelfdoding valt niet onder de euthanasiewet. Het is dan ook onduidelijk wat de wetgeving hieromtrent zegt. De Federale Evaluatie- en Controlecommissie over Euthanasie besloot dat hulp bij zelfdoding toegelaten is mits de voorwaarden en wettelijke procedures betreffende euthanasie gerespecteerd worden en de handeling plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van de aanwezige arts.

Wettelijke voorwaarden euthanasie

Bij euthanasie gelden de volgende wettelijke voorwaarden:

  • De patiënt is meerderjarig (of ontvoogd minderjarig), handelingsbekwaam en bewust op het moment van verzoek.
  • Het verzoek is vrijwillig, overwogen, duurzaam, herhaald en vrij van externe druk.
  • De patiënt bevindt zich in de wettelijk vereiste gezondheidstoestand.
  • Alle wettelijk voorgeschreven voorwaarden en procedures worden nageleefd.

Meer informatie over hulp bij zelfdoding en euthanasie kan bekomen worden bij het LevensEinde InformatieForum (LEIF), een initiatief van mensen en verenigingen die streven naar een menswaardig levenseinde voor iedereen, waarbij respect voor de wil van de patiënt voorop staat.