Ga verder naar de inhoud

Behandelsetting

Bij (het plannen van) interventies is ook de keuze voor een behandelsetting belangrijk.

Bij het overwegen van een residentiële opname moet men de voor- en nadelen goed tegen elkaar afwegen, aangezien het een erg ingrijpende maatregel kan zijn. Enerzijds is een opname geen garantie dat het suïciderisico zal afnemen of dat de persoon niet zal overlijden door suïcide. Een opname is bovendien mogelijk niet autismevriendelijk. Anderzijds kan een opname wel tijdelijk rust bieden en de mogelijkheid om intensief te werken aan onderliggende psychische problemen, risicofactoren en beschermende factoren binnen een gestructureerde, veilige omgeving.

Beslis dit steeds in overleg met de betrokkene en de naaste(n).

Psycho-educatie

Bied psycho-educatie over het ontstaan van zelfmoordgedachten. Leg uit dat suïcidaliteit ontstaat door een combinatie van verschillende factoren. Geef ook voorbeelden van een aantal risicofactoren en beschermende factoren, idealiter van toepassing op de persoon.

Bied ook psycho-educatie over het suïcidaal proces. Benadruk dat bepaalde levensstressoren, evenals suïcidale gedachten van voorbijgaande aard kunnen zijn en dat hulp mogelijk is. Mensen met autisme kunnen zo opgaan in emoties dat ze niet kunnen overzien dat er ook momenten waren waarop ze zich gelukkiger voelden. Hierdoor beseffen ze niet dat de intensiteit van de emotie kan afnemen en komen ze in een tunnelvisie terecht.

Benadruk ook dat niet iedereen zelfmoordgedachten heeft. Benadruk dat het een signaal is dat het niet goed gaat. Sommige mensen met autisme kunnen het idee hebben dat dit gewoon bij het leven hoort en zoeken daarom geen hulp. Soms zijn mensen met autisme zich ook niet bewust van hun suïcidaliteit.

Safety Plan

Een Safety Plan is een plan om stapsgewijs een crisis te voorkomen of overbruggen. Aan de hand van dit plan krijgt de persoon inzicht in waarschuwingssignalen, copingstrategieën, hulpbronnen en hoe de omgeving veilig kan worden gemaakt in een suïcidale crisis.

Een Safety Plan is een wetenschappelijk onderbouwde en internationaal gedragen goede praktijk in suïcidepreventie die de kans op suïcidaal gedrag sterk reduceert.

Ook voor personen met autisme is een Safety Plan aanbevolen. In samenwerking met de Academische Werkplaats Autisme (AWA) werd een autismevriendelijke versie van het Safety Plan opgesteld, op basis van een kwalitatief onderzoek bij personen met autisme.

Tips

  • Bied stapsgewijze ondersteuning bij het uitdenken van een Safety Plan. 
  • Maak het plan zo concreet en toepasbaar mogelijk. 
  • Oefen het concreet in nadat je het hebt opgemaakt, zodat je kan evalueren of de stappen voldoende duidelijk en haalbaar zijn. 
  • Betrek naasten bij het opmaken van het plan en bespreek dit samen. Naasten kunnen extra inzicht geven in de persoon, het Safety Plan helpen aanvullen en de persoon ondersteunen tijdens een crisis (bv. door de veiligheid in de thuisomgeving te verhogen). Door de naasten hierbij te betrekken krijgen ze bovendien meer inzicht in de problematiek.
  • Werk zowel vanuit het perspectief van de persoon met autisme als vanuit het perspectief van de naaste. Bijvoorbeeld welke signalen, die aangeven dat je het moeilijk krijgt, herkent de persoon met autisme? En welke signalen herkent de naaste? Wat kan de persoon met autisme doen als die het moeilijk heeft? Of wat doet de persoon met autisme beter niet? Wat kan de naaste doen om te helpen in geval van een crisis? Of wat kan de naaste beter niet doen? 
  • Herbespreek en evalueer het Safety Plan regelmatig.

Voorbeeld Safety Plan

In wat volgt ga je samen met Alex die bij jou in begeleiding is aan de slag om een Safety Plan op te maken.

STAP 1 ‘Dit geeft aan dat ik het moeilijk krijg’

Breng in kaart aan welke signalen Alex merkt dat het minder goed met hem gaat en zijn suïcidaliteit acuut wordt. Alex heeft weinig inzicht hierin en vindt het moeilijk om signalen te herkennen. Denk en help dus mee: geef informatie over wat mogelijke signalen kunnen zijn, stel gerichte vragen en geef voorbeelden (bv. Ben je dan prikkelbaarder? Slaap je dan slechter?).

STAP 2 ‘Dit kan ik zelf doen als ik het moeilijk krijg’

Alex vindt het moeilijk om zijn emoties te reguleren in een crisis. Breng in kaart wat hij zelf kan doen op zo’n moment. Het helpt Alex om te weten waarom en hoe iets kan helpen. Geef voorbeelden van adequate coping strategieën, leg bijvoorbeeld uit waarom afleiding zoeken zinvol kan zijn. Ga samen ook na wat hem in het verleden geholpen heeft.

Splits eventueel op in subvragen (bv. Wat voor beweging kan je doen om rustig te worden? Kan je naar iets kijken? Kan je naar iets luisteren?)

Maak deze stap heel concreet (bv. via mijn smartphone luisteren naar deze playlist; een wandeling maken naar deze specifieke plek) en laat het aansluiten bij de interesses van de persoon.

Bespreek ook wat Alex kan doen als een bepaalde strategie niet (voldoende) lijkt te helpen.

STAP 3 ‘Dit kan ik met anderen doen als ik het moeilijk krijg’

Breng in kaart wat Alex met anderen kan doen wanneer hij het moeilijker krijgt. Geef ook hier concrete voorbeelden.

Ga na of de actie/activiteit haalbaar is. Bedenk alternatieven voor ‘s nachts, wat indien iemand niet bereikbaar is, …

STAP 4 ‘Met deze personen kan ik praten over mijn zelfmoordgedachten’

Bespreek met Alex bij wie (vrienden, familie,...) hij terecht kan om te praten over zijn zelfmoordgedachten en concretiseer met wie, wanneer en hoe Alex contact zal opnemen. Je kan vooraf afspreken wat de boodschap precies gaat zijn. Bespreek ook wat hij kan doen als er geen reactie is.

Neem samen met Alex contact op met de naaste(n), ga de draagkracht van deze persoon na en stem met de naaste ook af wat die kan zeggen/doen als Alex contact opneemt.

STAP 5 ‘Hier vind ik professionele hulp’

Ga samen met Alex na bij welke professionele hulpverlener(s) hij terecht kan en concretiseer met wie, wanneer en hoe hij contact kan opnemen in een crisis. Bied voldoende mogelijkheden aan (telefonische contactname kan bv. te stresserend zijn). Je kan vooraf afspreken wat Alex kan zeggen/schrijven. Als het gaat om een andere hulpverlener dan jezelf, breng die hulpverlener op de hoogte. Expliciteer ook wat Alex van de hulpverlener kan verwachten (en wat niet) en bespreek wat hij kan doen als er niet meteen reactie komt.

STAP 6 ‘Zo maak ik mijn omgeving veilig’

Bespreek met Alex en de naaste(n) hoe ze kunnen zorgen voor een veilige omgeving in geval van crisis. Bevraag mogelijke geplande middelen of methodes en bespreek hoe de toegang hiertoe kan worden beperkt.

STAP 7 ‘Dit helpt mij volhouden’

Bespreek met Alex wat hem helpt volhouden. Dit kunnen personen, huisdieren, gedachten, herinneringen, foto’s of toekomstplannen zijn die betekenisvol zijn. Bied voldoende tijd en ruimte om hierover na te denken en geef zelf voorbeelden. Je kan dit ook als huiswerkopdracht meegeven.

Psychosociale interventies

Er bestaat een breed spectrum aan psychosociale interventies die toegepast worden bij suïcidaliteit bij personen met autisme.

Het is aangetoond dat psychotherapie effectief kan zijn bij het verminderen van suïcidale gedachten en gedrag bij autistische mensen. Deze interventies werken zowel rechtstreeks in op suïcidaliteit als onrechtstreeks bv. door de aanpak van stemmingsstoornissen, trauma, emotieregulatie en executieve functies.

Hoewel het meeste onderzoek focust op het effect van de derde generatie van (cognitieve) gedragstherapie, toont onderzoek aan dat vooral de relatie tussen de hulpverlener en de persoon en de motivatie van de persoon doorslaggevend zijn voor het resultaat.

Daarnaast wordt aanbevolen om bij psychosociale interventies in te zetten op het versterken van volgende factoren die een beschermend effect kunnen hebben op de suïcidaliteit:

  • Versterken van sociale vaardigheden en het sociaal netwerk
  • Versterken van emotionele vaardigheden
  • Versterken van zelfbeeld, zelfaanvaarding en zelfvertrouwen

Tip

Verwijs naar lotgenotencontact want mensen met autisme kunnen veel steun en herkenning vinden binnen de autismegemeenschap. Contactgegevens van organisaties die lotgenotencontact aanbieden vind je hier

Let op!

Bij het aanleren van sociale vaardigheden is het belangrijk om handvatten aan te reiken, maar niet om mensen met autisme aan te moedigen om hun autismekenmerken te verbergen of camoufleren want dit kan nadelige gevolgen hebben. Het hebben van betere sociale vaardigheden is niet op zichzelf beschermend tegen suïcidaliteit. Wat vooral belangrijk is, is het gevoel van verbondenheid met anderen.

Telefonische en digitale tools

Ook telefonische hulp en digitale tools kunnen veel betekenen in de begeleiding van personen met autisme die aan zelfdoding denken. Houd rekening met welke vorm van contact de persoon met autisme verkiest, sommigen geven bv. de voorkeur aan online contact (via chat, mail, …) in plaats van telefonisch contact.

Verken of doorloop ook de dienst of tool samen op voorhand en geef duidelijk mee wat ze ervan kunnen verwachten (en wat niet).

Tools gericht op suïcidepreventie

  • Website zelfmoord1813.be: info en tools voor personen die kampen met suïcidale gedachten (en hun omgeving). Surf samen naar de website, ga na of de persoon de aangeboden informatie begrijpt en bied extra uitleg.
  • Zelfmoordlijn 1813: een gratis hulplijn voor mensen die aan zelfmoord denken en hun omgeving. Geef mee wat personen van een gesprek kunnen verwachten (bv. een luisterend oor en geen kant-en-klare oplossing) en oefen een gesprek vooraf in.
  • Think Life: een gratis, anonieme zelfhulpcursus (zowel online als offline beschikbaar) ontwikkeld door het VLESP voor iedereen die aan zelfdoding denkt en iets aan deze gedachten wil doen. Doorloop deze cursus samen en voorzie extra uitleg of begeleiding.
  • BackUp: een smartphone applicatie ontwikkeld door het VLESP voor mensen die aan zelfmoord denken en hun omgeving. De app wil houvast bieden bij zelfmoordgedachten en tools aanreiken om een crisis te overbruggen of een volgende crisis te voorkomen. Overloop de app eerst samen en voorzie extra uitleg of begeleiding.

Tools gericht op autisme

Daarnaast zijn er ook tools voorhanden die zich specifiek richten op mensen met autisme, maar niet specifiek over suïcidaliteit gaan. Deze apps kunnen bv. helpend zijn voor emotieregulatie of het omgaan met stress, wat een component van de behandeling kan zijn.

  • Autismetelefoon (078 152 252) en Autismechat: een hulplijn voor personen met (een vermoeden van) autisme en hun omgeving.
  • Stress Autism Mate: een wetenschappelijk onderbouwde mobiele applicatie voor personen met autisme. Onderzoek toonde aan dat gebruik van de app zorgde voor een afname van dagelijkse ervaren stress, meer adequate copingvaardigheden en een toename van levenskwaliteit. Het is opnieuw aangewezen om de persoon met autisme hierin te begeleiden.
  • Dynamo: een online tool die mensen met autisme meer inzicht biedt in wat hen energie geeft en energie kost en hoe ze daarin een balans kunnen vinden. Het is opnieuw aangewezen om de persoon met autisme hierin te begeleiden.

Neurobiologische interventies

Neurobiologische interventies (bv. behandeling met antidepressiva, lithium, ...) kunnen helpen in de aanpak van suïcidale gedachten en gedrag. Er zijn echter weinig tot geen studies die de specifieke impact hiervan nagaan bij personen met autisme. Volg onderstaande algemene aandachtspunten.

Weloverwogen beslissing

Houd rekening met de ernst van de suïcidaliteit en eventueel andere aanwezige aandoeningen, de persoonskenmerken, de ongewenste effecten van het gekozen product én met de wens van de persoon. Houd er rekening mee dat personen met autisme vaak psychische klachten hebben, andere effecten of meer bijwerkingen van medicatie ervaren.

Kleine hoeveelheid

Denk vooraf na over de mogelijkheid om medicatie slechts voor korte perioden en in kleine hoeveelheden voor te schrijven.

Medicatiebeheer

Maak met de persoon met autisme en de naaste(n) duidelijke afspraken over medicatiebeheer en medicatie-inname, zeker wanneer er sprake is van acute suïcidaliteit. Dit kan ook worden opgenomen in het Safety Plan.

Monitoring

Wees continu alert op de ontwikkeling van de suïcidaliteit en op gedragingen die kunnen wijzen op een verergering van het suïcidale gedrag tijdens de gehele periode van de behandeling (evenals bij het afbouwen of stopzetten ervan).

Na een suïcidepoging of een suïcide

Suïcidaal gedrag komt bij autistische mensen opmerkelijk vaker voor dan in de algemene bevolking. Bovendien is het risico op een nieuwe poging of een overlijden door suïcide sterk verhoogd bij personen die reeds een poging ondernomen hebben.

Na een poging

Het is essentieel om na een poging een passende psychosociale opvang en evaluatie te bieden om een herhaalde poging te voorkomen. Als leidraad voor dit gesprek kan je gebruik maken van LOES. Betrek ook naasten in de opvang na een poging. Ook zij hebben nood aan een empathische opvang waarbij je kan exploreren welke rol zij kunnen opnemen in het verdere zorgtraject en hoe je hen daarin best kan ondersteunen

Na een suïcide

Wanneer iemand overlijdt door suïcide, heeft dit een grote impact op de mensen die achterblijven: familie, vrienden, collega’s en ook betrokken hulpverleners. Een goede opvang en opvolging van alle betrokkenen, zowel op korte als lange termijn, is essentieel.

Aanbevelingen

  • Bepaal de geschikte behandelsetting en interventies in samenspraak met de suïcidale persoon, de naaste(n) en eventuele andere betrokken hulpverleners.
  • Bied psycho-educatie over suïcidaliteit.
  • Maak samen met de persoon en de naaste(n) een Safety Plan op, maak het zo concreet mogelijk en oefen het samen in. Zorg ook voor een regelmatige update.
  • Werk rechtstreeks in op suïcidaliteit, pak ook onderliggende risicofactoren aan en versterk beschermende factoren.
  • Zorg bij neurobiologische interventies voor een goede afweging, kleine hoeveelheden, veiligheidsafspraken en nauwgezette monitoring.
  • Verwijs naar telefonische en digitale (zelfhulp)tools en verken deze samen.
  • Zorg na een suïcidepoging of na een zelfdoding voor een goede opvang en opvolging van alle betrokkenen na een suïcide.