Ga verder naar de inhoud

Inleiding

Preventie van suïcide bij ouderen moet verder reiken dan enkel psychologische en neurobiologische interventies. Ook op maatschappelijk vlak dienen acties te worden opgezet om het suïciderisico bij ouderen te doen dalen. Daarvoor is een veelzijdige aanpak nodig die focust op het terugdringen van risicofactoren én het versterken van beschermende factoren op verschillende levensdomeinen.

Bevorderen van fysieke en geestelijke gezondheid

Educatie over zowel fysiek als geestelijk ouder worden is een belangrijke universele preventiestrategie. Om de geestelijke gezondheid van ouderen te bevorderen is in Vlaanderen de methodiek 'Zilverwijzer' ontwikkeld, die ouderen groepsgewijs tips en advies biedt om mentaal gezonder en veerkrachtiger te leven.

Suïcidaliteit bij ouderen hangt vaak samen met een gebrek aan zingeving. Het plannen en uitvoeren van zinvolle activiteiten kan bijdragen aan de levenskwaliteit en geestelijke gezondheid. Thuiswonende ouderen kunnen bijvoorbeeld vrijwilligerswerk overwegen om weer een actieve rol te spelen in de maatschappij, wat zingeving en sociaal contact bevordert. Voor woonzorgcentra in Vlaanderen is er een website beschikbaar die hen aanmoedigt om de levenskwaliteit van bewoners te verbeteren. Dit omvat het implementeren van nieuwe activiteiten en initiatieven ter bevordering van zinvolle dagbesteding, evenals de ontwikkeling van een uitgebreid plan en beleid. Meer informatie is beschikbaar op www.waarheiddurvenofdoeninwzc.com.

Verder is het positief bespreekbaar maken van ouder en afhankelijker worden, van geestelijke gezondheid bij ouderen en de daarbij horende stigma’s een belangrijke preventiestrategie naar het algemene publiek. Mediaberichtgeving kan hieraan bijdragen, met de kanttekening dat berichtgeving over suïcide bij ouderen verantwoordelijk moet gebeuren, zonder romantiseren. Meer informatie kun je hier vinden.

Meer informatie over preventiemethodieken is te vinden bij het Vlaams Instituut Gezond Leven, die de interactieve tool ‘Op gezondheid staat geen leeftijd’ ontwikkelden, of bij het lokale LOGO.

Sociale participatie aanmoedigen en versterken

Wanneer ouderen minder sociaal contact en steun ervaren, kan dit gepaard gaan met suïcidale gedachten. Interventies die gericht zijn op het doorbreken van eenzaamheid en op het aanbieden, stimuleren en verbeteren van sociaal contact kunnen dan ook beschermend werken voor het mentaal welzijn van ouderen. Stimuleren van sociaal contact kan via allerlei manieren: door het stimuleren van contact met familie, buren, medebewoners; door het aanbieden van vrijetijdsactiviteiten op maat van ouderen; via intergenerationele projecten,… Ook online contact en steun bieden mogelijkheden, onder meer voor ouderen met fysieke of mobiele beperkingen.

De buurt speelt ook een cruciale rol bij het creëren van verbindingen met hulpverlening. De Koning Boudewijn Stichting heeft onderzoek gedaan naar initiatieven om de zelfstandigheid en samenwerking van kwetsbare, thuiswonende ouderen te versterken, waarbij de buurt fungeert als een brug tussen de oudere, mantelzorgers en professionele hulpverleners.

Laagdrempelig zorgverleningsaanbod voorzien

Suïcide bij ouderen blijft vaak onopgemerkt, zelfs binnen de zorgsector. Onder meer door sociale isolatie, taboe om over emotionele problemen te spreken en een beperkte detectie van suïcidale klachten in de eerstelijnszorg is de weg naar professionele hulpverlening vaak moeilijk en lang. Daarom is het cruciaal om een goed toegankelijk netwerk van basis- en eerstelijnshulpverlening te ontwikkelen, zoals lokale dienstencentra, thuiszorg, wijkgezondheidscentra en eerstelijnspsychologen.

Er is ook behoefte aan een uitgebreider aanbod van psychogeriatrische zorg, dat momenteel beperkt is in Vlaanderen. Het is even belangrijk om de drempel naar deze hulpverlening zo laag mogelijk te maken, bijvoorbeeld door buurtgerichte zorg, thuiszorg, en woonzorgcentra. Het aanbieden van laagdrempelige telefonische hulp is eveneens van groot belang en is gekoppeld aan een afname in suïcides bij ouderen.

Vroegdetectie en behandeling van depressie en suïcidaliteit

Het is essentieel om depressie bij ouderen beter te detecteren en behandelen, aangezien het een belangrijke factor is bij suïcidaliteit. Depressie bij ouderen heeft echter een minder gunstige prognose dan bij jongere patiënten, met een grotere kans op chronische depressie en een lagere kans op herstel. Het screenen van kwetsbare ouderen op depressie en het bieden van behandeling is een veelbelovende preventiestrategie om het aantal suïcides te verminderen. Meer over de diagnostiek en behandeling van depressie vind je in de richtlijn die door Domus Medica voor Vlaanderen werd uitgewerkt.

Huisartsen, gezien hun frequente contact met ouderen, kunnen een centrale rol spelen als gatekeeper en bij het screenen van ouderen op hopeloosheid en suïcidale gevoelens.

Naast de huisarts, kunnen ook andere zorg- of hulpverleners ook een belangrijke rol spelen in de verdere behandeling en opvolging van depressie bij ouderen. Dit kan een functie zijn waarin een vaste zorg- of hulpverlener de depressieve oudere informeert over behandelopties, korte psychotherapie aanbiedt en de depressieve symptomen en neveneffecten van medicatie van nabij opvolgt. Op die manier kunnen sterkere therapeutische relaties ontstaan, alsook een meer gepersonaliseerd behandelplan en een pro-actieve follow-up.

Het is cruciaal om zorgverleners, waaronder huisartsen, op te leiden in de detectie en behandeling van depressie en suïcidaliteit, aangezien dit verband houdt met een afname in suïcidaal gedrag. Een eerste alertheid voor depressie en suïcide zou alvast een goed startpunt zijn. Depressieve ouderen (75+) worden, in vergelijking met depressieve jongvolwassenen, veel minder gevraagd naar zowel depressieve als suïcidale gedachten en er wordt veel minder doorverwezen naar verdere hulpverlening.

Beperken van de toegang tot middelen

Het beperken van de toegang tot suïcidemiddelen is één van de best werkende suïcidepreventiestrategieën. Hoewel er beperkte evidentie is met betrekking tot de effectiviteit van deze aanpak bij ouderen, kunnen we redelijkerwijs aannemen dat deze strategie ook suïcides bij ouderen kan verminderen. Dit kan variëren van het voorschrijven van kleinere hoeveelheden medicatie en veilige opslag daarvan tot het beveiligen van potentiële gevaarlijke plaatsen.

De overgrote meerderheid van de suïcides bij ouderen gebeurt thuis. Het is dan ook van belang dat er voldoende aandacht gaat naar de suïcideveiligheid van de woonomgeving. Ook in zorginstellingen dienen voldoende maatregelen getroffen te worden om middelen tot zelfdoding zo ontoegankelijk mogelijk te maken. Hierbij dient zowel gedacht te worden aan het beperken van de beschikbaarheid van medicatie, alcohol en drugs als aan infrastructurele maatregelen.

Een checklist over hoe zorginstellingen infrastructureel kunnen beveiligd worden is hier terug te vinden.

Voor het beperken van de beschikbaarheid van medicatie is het aangewezen een psychofarmacabeleid uit te werken. Specifiek voor woonzorgcentra werkte het Vlaams expertisecentrum voor Alcohol en andere Drugs (VAD) hiervoor een draaiboek uit.

SAMENVATTEND - PREVENTIESTRATEGIEËN

Willen we als maatschappij suïcide bij ouderen tegengaan, dan dienen we te investeren in een combinatie van volgende preventiestrategieën:

  • Bevorderen van fysieke en geestelijke gezondheid
  • Sociale participatie aanmoedigen en versterken
  • Een laagdrempelig zorgverleningsaanbod voorzien
  • Vroegdetectie en behandeling van depressie en suïcidaliteit
  • Beperken van de toegang tot middelen